De kracht van wandelen: even echt zijn

In een wereld waarin we altijd ‘aan’ staan, is wandelen voor mij een van de weinige momenten waarop ik echt even uit kan staan. Geen eindeloze to-do-lijst, geen constante stroom aan prikkels – alleen de natuur, mijn hond en het ritme van mijn eigen stappen. Het is mijn manier om mijn hoofd leeg te maken, om te zijn in plaats van te doen.

Ik loop expres niet met een podcast op mijn hoofd of muziek in mijn oren. Ik luister naar de wind die door de bomen ruist, de vogels die fluiten, het geknisper van bladeren onder mijn voeten. Wandelen leert me even anders te kijken. Mijn kids neem ik vaak mee naar het bos, even samen, even eruit, even de natuur. Mijn kleine meisje ziet in de kronkelende boomwortels trappen naar een fantasiewereld, terwijl mijn veertienjarige zoon worstelt met het tegenovergestelde: zijn hoofd blijft juist malen. Het laat me zien hoe verschillend we de wereld ervaren en hoe wandelen voor de één een rustpunt kan zijn, terwijl het voor de ander een stroom aan gedachten losmaakt.

Toch blijf ik hem meenemen. Niet om hem te overtuigen dat wandelen ‘moet’, maar omdat ik geloof dat juist die momenten zonder schermen en afleiding, uiteindelijk het meest waardevol zijn. Want soms, tussen de bomen en de stilte, ontstaan de mooiste gesprekken.

Dus als het leven druk voelt, als alles blijft razen – loop eens een stukje. Niet om ergens aan te komen, maar gewoon om te zijn. Misschien zie je dan ook dingen die je anders nooit zou opmerken.

De kracht van wandelen

(zie jij de trap?)